Het Concertgebouworkest eindelijk weer live horen: genot tot in je tenen
NRC
Rahul Gandolahage
Na de testevenementen in theaters was het dit weekend de beurt aan concertzalen. Wat klassieke muziek betreft gaf De Nationale Opera vrijdagmiddag als eerste een besloten concert voor abonnementhouders en donateurs. Het eerste concert in het Amsterdamse Concertgebouw op vrijdagavond, met plaats voor 425 mensen, was in de openbare verkoop binnen tien minuten uitverkocht. Het Koninklijk Concertgebouworkest speelde onder leiding van dirigent Paavo Järvi. Wie op de dag van de kaartverkoop (8 april) om tien uur de website van het Concertgebouw opende, kon in de digitale wachtrij zomaar op plek vijftienhonderd of hoger terechtkomen. Het viel vrijdag op dat het relatief veel jongere mensen gelukt was aan een kaartje te komen.
Ook nu luidde het devies: maximaal veertig uur tevoren een staafje in je neus voor een sneltest en een negatieve uitslag kunnen laten zien aan de deur van de zaal, waar je lopende nog altijd een mondkapje draagt en anderhalve meter afstand houdt. Pas op je toegewezen plaats mag het mondkapje af.
Uitroeptekens
Hoeveel uitroeptekens zijn nodig om het gevoel te omschrijven eindelijk de pracht, de rijkheid en de diepte van de KCO-klank weer te horen. Gespeeld met een Beethoviaanse ernst zorgden de eerste maten van Mozarts Pianoconcert nr. 24al voor kippenvel dat naar je kruin én je tenen raasde. Debuterend pianist Víkingur Ólafsson speelde met een prachtig beheerste gratie, vriendelijk doch degelijk vooruit gestuwd door de linkerhand. Zijn extravagante gebaren (met elke pianostilte de muziek met twee groots gespreide armen ‘teruggeven’ aan het orkest bijvoorbeeld) motiveerden enorm om je ogen te sluiten en echt van de muziek te genieten.
Goed om te merken: de anderhalve meter afstand tussen de musici zorgde, zeker in de strijkers, niet voor een armere klank. Integendeel; het blijkt juist het stereo-effect van het orkest ten goede te komen. De strijkgroepen zijn beter te onderscheiden. Het geronk van de bassen lijkt door de zaalakoestiek bijna van rechts achter je te komen.
Zenuwachtig
Hoornist Laurens Woudenberg en zijn drie collega’s mogen trots zijn op de mooiste, meest gelaagde hoorninzet die überhaupt sinds lange tijd heeft geklonken, halverwege het eerste deel van Robert Schumanns Derde symfonie. Ze tilden het orkest, zo leek het, meters de lucht in. Zelf vloog je mee. Zover als toegestaan natuurlijk, want opstaan mocht niet voor, tijdens of na het concert.
Woudenberg, de volgende dag: „Het was zó fijn. Eindelijk weer een gezonde spanning in het orkest. Ik hoorde collega’s zelfs zeggen dat ze weer zenuwachtig waren. ‘Livestreams’ nemen we doorgaans ’s ochtends op met weinig spanning, maar naar een concert ’s avonds leef je toe. Die spanning is onmeetbaar, maar iedereen voelt het. Hoe lang het duurt voor we weer mogen? We zeiden achter de schermen al gekscherend: ‘nou mensen, volgend jaar weer?’”
Woudenberg weet zeker dat de huidige generatie musici de ervaring van spelen zonder publiek nooit meer vergeet. „We zullen voor altijd voelen hoe waardevol het is dat mensen naar ons komen luisteren. Door de energie die dat gaf, liep ik de volgende ochtend zomaar ineens tien kilometer hard. Dat doe ik normaal niet, hoor.”
Zwierig
Het enthousiasme werkte de muziek soms ook wat tegen. In het tweede deel, Larghetto, van Mozarts pianoconcert klonk het orkest overwegend te massief. Het tweede deel van Schumann (Scherzo) ging net wat snel voorbij aan het zwierige karakter. In luidere delen kon Järvi zo diep door zijn knieën zakken als hij wilde; het volume werd nauwelijks zachter. Maar is dat erg? Welnee, laat een door en door enthousiast orkest de cultuurarme tijd achter ons maar even lekker wegbulderen.
Onder andere in TivoliVredenburg in Utrecht en De Doelen in Rotterdam worden deze week nog klassieke testconcerten gehouden. Voor Rotterdam (Rotterdams Philharmonisch Orkest 19/4 en de pianobroers Jussen 21/4) zijn nog kaarten.
Rahul Gandolahage
18.04.2021
Testconcerten Het Concertgebouworkest speelde vrijdagavond een testconcert in het kader van testen voor toegang. 425 gelukkigen hoorden een door en door enthousiast orkest.
Testconcerten Het Concertgebouworkest speelde vrijdagavond een testconcert in het kader van testen voor toegang. 425 gelukkigen hoorden een door en door enthousiast orkest.
Na de testevenementen in theaters was het dit weekend de beurt aan concertzalen. Wat klassieke muziek betreft gaf De Nationale Opera vrijdagmiddag als eerste een besloten concert voor abonnementhouders en donateurs. Het eerste concert in het Amsterdamse Concertgebouw op vrijdagavond, met plaats voor 425 mensen, was in de openbare verkoop binnen tien minuten uitverkocht. Het Koninklijk Concertgebouworkest speelde onder leiding van dirigent Paavo Järvi. Wie op de dag van de kaartverkoop (8 april) om tien uur de website van het Concertgebouw opende, kon in de digitale wachtrij zomaar op plek vijftienhonderd of hoger terechtkomen. Het viel vrijdag op dat het relatief veel jongere mensen gelukt was aan een kaartje te komen.
Ook nu luidde het devies: maximaal veertig uur tevoren een staafje in je neus voor een sneltest en een negatieve uitslag kunnen laten zien aan de deur van de zaal, waar je lopende nog altijd een mondkapje draagt en anderhalve meter afstand houdt. Pas op je toegewezen plaats mag het mondkapje af.
Uitroeptekens
Hoeveel uitroeptekens zijn nodig om het gevoel te omschrijven eindelijk de pracht, de rijkheid en de diepte van de KCO-klank weer te horen. Gespeeld met een Beethoviaanse ernst zorgden de eerste maten van Mozarts Pianoconcert nr. 24al voor kippenvel dat naar je kruin én je tenen raasde. Debuterend pianist Víkingur Ólafsson speelde met een prachtig beheerste gratie, vriendelijk doch degelijk vooruit gestuwd door de linkerhand. Zijn extravagante gebaren (met elke pianostilte de muziek met twee groots gespreide armen ‘teruggeven’ aan het orkest bijvoorbeeld) motiveerden enorm om je ogen te sluiten en echt van de muziek te genieten.
Goed om te merken: de anderhalve meter afstand tussen de musici zorgde, zeker in de strijkers, niet voor een armere klank. Integendeel; het blijkt juist het stereo-effect van het orkest ten goede te komen. De strijkgroepen zijn beter te onderscheiden. Het geronk van de bassen lijkt door de zaalakoestiek bijna van rechts achter je te komen.
Zenuwachtig
Hoornist Laurens Woudenberg en zijn drie collega’s mogen trots zijn op de mooiste, meest gelaagde hoorninzet die überhaupt sinds lange tijd heeft geklonken, halverwege het eerste deel van Robert Schumanns Derde symfonie. Ze tilden het orkest, zo leek het, meters de lucht in. Zelf vloog je mee. Zover als toegestaan natuurlijk, want opstaan mocht niet voor, tijdens of na het concert.
Woudenberg, de volgende dag: „Het was zó fijn. Eindelijk weer een gezonde spanning in het orkest. Ik hoorde collega’s zelfs zeggen dat ze weer zenuwachtig waren. ‘Livestreams’ nemen we doorgaans ’s ochtends op met weinig spanning, maar naar een concert ’s avonds leef je toe. Die spanning is onmeetbaar, maar iedereen voelt het. Hoe lang het duurt voor we weer mogen? We zeiden achter de schermen al gekscherend: ‘nou mensen, volgend jaar weer?’”
Woudenberg weet zeker dat de huidige generatie musici de ervaring van spelen zonder publiek nooit meer vergeet. „We zullen voor altijd voelen hoe waardevol het is dat mensen naar ons komen luisteren. Door de energie die dat gaf, liep ik de volgende ochtend zomaar ineens tien kilometer hard. Dat doe ik normaal niet, hoor.”
Zwierig
Het enthousiasme werkte de muziek soms ook wat tegen. In het tweede deel, Larghetto, van Mozarts pianoconcert klonk het orkest overwegend te massief. Het tweede deel van Schumann (Scherzo) ging net wat snel voorbij aan het zwierige karakter. In luidere delen kon Järvi zo diep door zijn knieën zakken als hij wilde; het volume werd nauwelijks zachter. Maar is dat erg? Welnee, laat een door en door enthousiast orkest de cultuurarme tijd achter ons maar even lekker wegbulderen.
Onder andere in TivoliVredenburg in Utrecht en De Doelen in Rotterdam worden deze week nog klassieke testconcerten gehouden. Voor Rotterdam (Rotterdams Philharmonisch Orkest 19/4 en de pianobroers Jussen 21/4) zijn nog kaarten.
Het Concertgebouworkest speelde vrijdagavond onder Paavo Järvi voor 425 man publiek in de zaal. Foto: Milagro Elstak
Comments