O ja, zo zag dat eruit, de zaal van het Concertgebouw met publiek
Het Parool
Erik Voermans
17.04.2021
Na maandenlange concertonthouding klonk vrijdagavond eindelijk weer muziek voor publiek in het Concertgebouw. In het kader van het initiatief Testen voor Toegang helpen Mozart en Bach bewijzen dat theaters en concertzalen op een veilige manier open kunnen.
“Vanwege de avondklok zal ik een snelle toegift geven,” zei pianist Víkinggur Ólafsson na zijn vertolking van Mozarts Pianoconcert nr. 24, KV 491 met het Concertgebouworkest onder leiding van Paavo Järvi. Misschien zei hij bij nader inzien wel ‘zal ik snel een toegift geven’, want zijn toegift was allesbehalve vlug. Mooi was het wel, dat langzame deel uit Bachs Sonate No. 4, BWV 528. De IJslander, aan wie zijn 37 jaren niet zijn af te zien, zorgde ermee voor meer ontroering dan in het hele pianoconcert van Mozart. Sterker, samen met het vierde deel, Feierlich, uit Schumanns Derde symfonie, was dit het hoogtepunt.
Naar dit concert werd reikhalzend uitgekeken, sinds bekend werd dat het Concertgebouworkest meedeed aan het inmiddels veelbesproken initiatief Testen voor Toegang. Middels dit nationale project moeten pilotconcerten en -evenementen, zo redeneert de cultuursector, bewijzen dat theaters en concertzalen wel degelijk op een veilige manier open kunnen.
‘ Het kan allang’
In de sector zelf is men daar al geruime tijd van overtuigd. Gedurende de coronaperiode waarin theaters en concertzalen met een degelijk en gecontroleerd toegangsbeleid wel open waren, zijn namelijk voor zover bekend geen besmettingen voortgekomen. Ook rond de evenementen in het kader van de Fieldlabs zijn geen alarmistische geluiden waargenomen. “Het kan dus allang,” vatte Simon Reinink, de algemeen directeur van het Concertgebouw de situatie vrijdagavond nog even kort en bondig samen.
In de zaal zaten dit keer 350 mensen, nu ook weer op het balkon. De maximale bezetting in het Concertgebouw is met 75 man toegenomen; voor het anderhalvemeterprotocol is nu de afstand van neus tot neus bepalend, waar dat voorheen van schouder tot schouder was. Wat nog wel hetzelfde is zijn de tafeltjes voor de glazen, in overgrote meerderheid voor rode en witte wijn, en bij binnenkomst de ouvreuse die je naar je plaats leidt.
Grijnzende musici
Vanwege de maandenlange concertonthouding was de anticipatorische opwinding merkbaar groter dan normaal, ook bij het orkest. De musici zaten bijna allemaal grijnzend de zaal in te kijken. Je zag het ze denken: o ja, zo zag dat er uit, een zaal met publiek. Het feit dat iedereen voor aanvang een sneltest had moeten ondergaan, had als groot bijkomend voordeel dat je toch een stuk relaxter zat.
Voor aanvang van het concert stapte een onbekende meneer het podium op. Hij stelde zich voor als Dominik Winterling, de kersverse directievoorzitter van het orkest. De in 1979 geboren Duitser scoorde meteen veel bonuspunten door het publiek in de zaal en thuis voor de laptop – het concert werd live gestreamd – zowel in uitstekend Nederlands als in het Engels toe te spreken. Hij vertelde dat het concert in tien minuten was uitverkocht. En toen gebeurde er iets moois: de musici applaudisseerden voor het publiek en er ging een golf van verbroedering door de zaal.
Onwerkelijk
Ook was het moeilijk niet geroerd te zijn toen Paavo Järvi Mozarts Pianoconcert nr. 24 inzette. Lang niet in het echt gehoord, zo’n prachtig orkest. Solist Víkingur Ólafsson, die bij het koninklijk gezelschap zijn debuut maakte, speelde wat voorzichtig en terughoudend en daardoor ielig van toon en expressie. Schumanns Derde symfonie, bijgenaamd de Rheinische, begon daarentegen als een laag overvliegende bommenwerper. Maar het deel Feierlich was prachtig, waarmee maar weer eens bewezen werd dat langzame muziek in deze coronaopstelling en corona-akoestiek veel beter uit de verf komt dan momenten met vaart.
Misschien is het een idee de komende tijd uitsluitend langzame muziek te programmeren.
Het concert was om 21.30 uur afgelopen. Op weg naar de krant, zag ik hoe lange falanxen fietsers zich huiswaarts spoedden; de avondklok riep. Het bood een onwerkelijke aanblik.
Erik Voermans
17.04.2021
Na maandenlange concertonthouding klonk vrijdagavond eindelijk weer muziek voor publiek in het Concertgebouw. In het kader van het initiatief Testen voor Toegang helpen Mozart en Bach bewijzen dat theaters en concertzalen op een veilige manier open kunnen.
“Vanwege de avondklok zal ik een snelle toegift geven,” zei pianist Víkinggur Ólafsson na zijn vertolking van Mozarts Pianoconcert nr. 24, KV 491 met het Concertgebouworkest onder leiding van Paavo Järvi. Misschien zei hij bij nader inzien wel ‘zal ik snel een toegift geven’, want zijn toegift was allesbehalve vlug. Mooi was het wel, dat langzame deel uit Bachs Sonate No. 4, BWV 528. De IJslander, aan wie zijn 37 jaren niet zijn af te zien, zorgde ermee voor meer ontroering dan in het hele pianoconcert van Mozart. Sterker, samen met het vierde deel, Feierlich, uit Schumanns Derde symfonie, was dit het hoogtepunt.
Naar dit concert werd reikhalzend uitgekeken, sinds bekend werd dat het Concertgebouworkest meedeed aan het inmiddels veelbesproken initiatief Testen voor Toegang. Middels dit nationale project moeten pilotconcerten en -evenementen, zo redeneert de cultuursector, bewijzen dat theaters en concertzalen wel degelijk op een veilige manier open kunnen.
‘ Het kan allang’
In de sector zelf is men daar al geruime tijd van overtuigd. Gedurende de coronaperiode waarin theaters en concertzalen met een degelijk en gecontroleerd toegangsbeleid wel open waren, zijn namelijk voor zover bekend geen besmettingen voortgekomen. Ook rond de evenementen in het kader van de Fieldlabs zijn geen alarmistische geluiden waargenomen. “Het kan dus allang,” vatte Simon Reinink, de algemeen directeur van het Concertgebouw de situatie vrijdagavond nog even kort en bondig samen.
In de zaal zaten dit keer 350 mensen, nu ook weer op het balkon. De maximale bezetting in het Concertgebouw is met 75 man toegenomen; voor het anderhalvemeterprotocol is nu de afstand van neus tot neus bepalend, waar dat voorheen van schouder tot schouder was. Wat nog wel hetzelfde is zijn de tafeltjes voor de glazen, in overgrote meerderheid voor rode en witte wijn, en bij binnenkomst de ouvreuse die je naar je plaats leidt.
Grijnzende musici
Vanwege de maandenlange concertonthouding was de anticipatorische opwinding merkbaar groter dan normaal, ook bij het orkest. De musici zaten bijna allemaal grijnzend de zaal in te kijken. Je zag het ze denken: o ja, zo zag dat er uit, een zaal met publiek. Het feit dat iedereen voor aanvang een sneltest had moeten ondergaan, had als groot bijkomend voordeel dat je toch een stuk relaxter zat.
Voor aanvang van het concert stapte een onbekende meneer het podium op. Hij stelde zich voor als Dominik Winterling, de kersverse directievoorzitter van het orkest. De in 1979 geboren Duitser scoorde meteen veel bonuspunten door het publiek in de zaal en thuis voor de laptop – het concert werd live gestreamd – zowel in uitstekend Nederlands als in het Engels toe te spreken. Hij vertelde dat het concert in tien minuten was uitverkocht. En toen gebeurde er iets moois: de musici applaudisseerden voor het publiek en er ging een golf van verbroedering door de zaal.
Onwerkelijk
Ook was het moeilijk niet geroerd te zijn toen Paavo Järvi Mozarts Pianoconcert nr. 24 inzette. Lang niet in het echt gehoord, zo’n prachtig orkest. Solist Víkingur Ólafsson, die bij het koninklijk gezelschap zijn debuut maakte, speelde wat voorzichtig en terughoudend en daardoor ielig van toon en expressie. Schumanns Derde symfonie, bijgenaamd de Rheinische, begon daarentegen als een laag overvliegende bommenwerper. Maar het deel Feierlich was prachtig, waarmee maar weer eens bewezen werd dat langzame muziek in deze coronaopstelling en corona-akoestiek veel beter uit de verf komt dan momenten met vaart.
Misschien is het een idee de komende tijd uitsluitend langzame muziek te programmeren.
Het concert was om 21.30 uur afgelopen. Op weg naar de krant, zag ik hoe lange falanxen fietsers zich huiswaarts spoedden; de avondklok riep. Het bood een onwerkelijke aanblik.
Comments